De afgelopen raadsperioden heb ik meerdere keren van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de gemeenteraad van Winsum mijn opvattingen over het onderwijs kenbaar te maken. Vooral op de momenten dat de nieuwbouwplannen van de brede scholen in Winsum en Baflo ter sprake kwamen heb ik van mijn hart geen moordkuil gemaakt. Onder het mom van ‘samen waar het moet, apart waar het kan’ zetten we zowel in Winsum als in Baflo één nieuw schoolgebouw neer, die onderdak biedt aan twee scholen, namelijk een openbare en een bijzondere of christelijke school. Laat ik duidelijk zijn ik juich dat toe. We maken een flinke stap voorwaarts, vooral als je bedenkt dat wij geen twee schoolpleinen en twee ingangen in onze gebouwen maken. Maar twee scholen onder één dak is niet wat ik wil. Ik wil één school voor alle leerlingen. Het is een gemiste kans dat er voor een LAT-relatie is gekozen. Ik hoop dat er binnen deze relatie ruimte is voor spetterende vrijpartijen in de hoop dat dit mag leiden tot de geboorte van één nakomeling.
We leven in een tijd waarin de verschillen uitvergroot worden en gepolariseerd zijn. Bovendien kan de toon van het debat emotioneel, heftig en vaak weinig genuanceerd zijn. Je inleven in een ander en zijn standpunt is er veelal niet meer bij. Het debat heeft plaats gemaakt voor schelden, en de ander wordt soms zelfs verketterd, gekrenkt en bedreigd. We hebben een klimaat gecreëerd waarin niet meer gezegd kan worden wat eigenlijk gezegd zou moeten worden. In een samenleving waarin de verschillen zo uitvergroot en gepolariseerd zijn, passen naar mijn mening geen gescheiden scholen. Deze tijd vraagt om het overbruggen van verschillen. We moeten onze kinderen leren dat er verschillen bestaan en hen leren respectvol met die verschillen om te gaan. Dat kan door die verschillen in een veilige sfeer bespreekbaar te maken in de klas, maar die klas moet dan wel een afspiegeling vormen van onze huidige en pluriforme samenleving. Want wat valt er te bespreken in een klas, waarin verschillen amper bestaan? Wat leren kinderen over en van verschillen als die klas in grote mate een homogene samenstelling kent?
Ik wil op termijn één school voor alle kinderen. Ik schrijf ‘op termijn’, omdat ik me realiseer dat ontzuild onderwijs op dit ogenblik niet realistisch is. Toch zal ik me er voor blijven uitspreken. In Winsum had ik een goede medestander in de persoon van Harry Jonkman van de VVD. Maar in de nieuwe raad verwacht ik als het om mijn opvatting over ontzuild onderwijs gaat, naast steun van de VVD ook support van Gemeentebelangen. Ik zal zeggen waarom.
In het Dagblad van het Noorden had Koos Bijlsma in de rubriek ‘Vraag en antwoord’ een interview met Harald Bouman, de lijsttrekker van Gemeentebelangen. Op de laatste vraag van de interviewer of hij kon verklaren waarom lokale partijen het tij zo mee hebben, antwoordde Bouman als volgt: ‘Terwijl de maatschappij is veranderd, verzuimden traditionele partijen met de tijd mee te gaan. Burgers zijn moe van het denken in hokjes en in termen van links en rechts van deze partijen. Dat stamt uit de tijd van de verzuiling’.
Moet ik er nog iets aan toevoegen? Als je dit zo uitspreekt, dan moet je toch wel concluderen dat GB mijn opvatting over één school voor alle kinderen deelt. Het onderwijs bestaat immers uit hokjes en ook nog eens uit hokjes die enigermate van kleur zijn verschoten. En inderdaad ons onderwijsstelsel met zijn hokjes stamt uit de tijd van de verzuiling.