Vijf meter.
Onlangs hoorde ik in Nieuwsuur de deltacommissaris hardop denken over de gevolgen voor Nederland van een stijging van het zeeniveau met 5 meter. Dat gaat er gebeuren als de ijsmassa’s op Groenland en Antarctica op grote schaal gaan smelten. Ik probeerde, mezelf voorstellend op het strand van Schiermonnikoog, te bedenken dat de zee 5 m. hoger was dan het niveau waar mijn voetzolen zich bevonden. Het maakte een verpletterende indruk, zo’n enorme muur van water die boven me uittorende, bijna zo hoog als het huis waarin ik woon. Die deltacommissaris denkt dat wij die berg water kunnen tegenhouden en dat dan het leven gewoon doorgaat. Hij fantaseerde dat er dan een dijk moet worden gelegd van de Maasmonding zuidwaarts en dat er bij Hoek van Holland pompen worden geïnstalleerd om al het Rijn- en Maaswater over de dijk te krijgen de Noordzee in. Zulke grote pompen als we daarvoor nodig hebben, bestaan nog niet eens. Maar dat is dan iets waar we al innoverend wel uitkomen. Zo redeneerde de commissaris zich in een optimistische positie.
Terwijl hij de Nieuwsuurkijker deze visie voorhield, dwaalden mijn gedachten al visualiserend af naar de geografie van de Nederlandse kust, in het bijzonder naar de plaatsen waar het water van de rivieren naar zee wil. Wat kom ik dan tegen als ik van zuid naar noord de kust volg. Als eerste is daar de Westerschelde met zijn brede monding. Die moet dicht of anders moeten de dijken daarlangs minstens 5 m. hoger gemaakt. Hoe je dan Antwerpen en achterland drooghoudt is een simpele vraag die wel om een antwoord vraagt. Zeg het maar. Een paar bijkomende probleempjes: de aanwezigheid van de kerncentrales in Doel en Borssele; ik noem maar wat.
Ik kijk verder naar het noorden. Omdat mijn verhaal anders veel te lang wordt, sla ik alle zeegaten van Zeeland en Zuid Holland maar over (alhoewel ik moet opmerken dat je daar ook de Oosterscheldekering tegenkomt; zul je wat mee moeten). Komen we bij Hoek van Holland waar een groot deel van het Rijn- en Maaswater naar de Noordzee wil. Een kwetsbare situatie. Met de Maaslandkering die er ligt, red je het daar niet. Afsluiten dus en pompen maar? Je zult er ook wat moeten met de Maasvlakte met zijn havens en industrie. Hoe krijg je daar nog schepen naar binnen?
Verder noordwaarts: het Noordzeekanaal. Een speciaal geval. Net een nieuwe zeesluis gebouwd en nu dit. Ik zie er geen gat in. Amsterdam moet zich ernstig zorgen maken, geloof ik. Dan krijgen we die hele lange Noordzeekust. Een zwak punt, weten we van de lagere school, de Hondsbosschezeewering; maar die hogen we wel op. En de kust komt verder in de zee te liggen en dat helpt echt volgens de commissaris.
Maar het moeilijkste komt nog: de hele Waddenkust met zijn eilanden en het Wad. Jammer dan, dat geven we helemaal op; niks aan te doen. We trekken ons terug achter de Afsluitdijk (net klaar en nu moet er alweer minstens 5 m. bovenop). Maar goed, het zit allemaal in hoe de deltacommissaris het ziet.
Het laatste deel van de linie waarachter toekomstige generaties zich veilig moeten voelen is de dijk langs de Fries-Groningse kust. Moet ook 5 m. hoger. Maar ook breder; misschien wel vele tientallen meters. En hoe komt het dan met de Eemshaven en de haven van Delfzijl met de bijbehorende industriegebieden?
Als laatste hebben we ook nog de Dollard met de monding van de Ems. Geeft ook wel wat te doen. Nu is de beurt aan Duitsland; daar moeten ze ook aan het werk. Wij willen natuurlijk niet dat de Noordzee via de buren naar ons toekomt. Ik weet niet of ze daar ook zo’n commissaris hebben. In hun kust zitten ook hele grote gaten: Weser, Elbe en Ems waar ook 5 m. water tegenaan staat te klotsen.
Als ik dit allemaal overzie, snap ik niet waar de goede moed van de deltacommissaris op leunt. Denk je bv eens in, alleen al de onmetelijke hoeveelheid grond die nodig is om de zeeweringen op hoogte te krijgen. De Veluwe afgraven misschien?
Ik beschouw dit allemaal als leek, maar met nuchter verstand en alledaagse logica kun je ook bij de waarheid komen. Ik kom hierop uit: Als wij op wereldschaal de klimaatopwarming niet in de hand weten te houden, is Amersfoort aan Zee geen onrealistisch visioen. Laat ik het kort samenvatten: de lage delen van ons land zijn ten dode opgeschreven. Daar moeten we nu al wat mee; het is beter om niet te wachten tot die 5 m. water er staat. Zodra de wetenschap het signaal geeft dat het met het klimaat uit de hand gaat lopen (wat mijn verwachting is) is dat het laatste moment voor de regering om de enige beslissing te nemen die genomen moet worden: Ga in gesprek met de omringende hoger gelegen landen om de Nederlandse klimaatvluchtelingen asiel te bieden.
Bert Dijksterhuis
23 – 3 – 2024.
Afbeelding van Rudy and Peter Skitterians via Pixabay