De stationschef terug, te beginnen in Baflo?

Door Jan Willem Nanninga op 25 juni 2018

Onlangs was ik, samen met mijn vrouw, met (wandel)vakantie in Oostenrijk. Voor de tweede keer in ons leven met de trein. Dat was een hele bewuste keuze. We wilden zo groen mogelijk reizen. Bovendien heb ik nooit erg veel zin in autorijden. Tot zover onze nobele overwegingen om te gaan treinen.

In Oostenrijk hebben we nog een aardig traject gespoord, om het zo te zeggen. Om precies te zijn reiden we op een dag van Schladming in Steiermark naar Salzburg. Op de stations vielen ons twee dingen op. In de eerste plaats was er op elk station een stationschef aanwezig en in de tweede plaats zagen de stations er ontstellend netjes uit. Wij vroegen ons af of er een verband bestaat tussen de aanwezigheid van personeel op het station en de netheid. Mijn vrouw en ik veronderstelden van wel en we vroegen ons af of we in Nederland niet te snel veel functies hebben laten verdwijnen of op afstand van de mensen hebben gezet.

Kijk eens naar de aanwezigheid van de politie. Toen ik in Baflo opgroeide woonden er twee politieagenten. Iedereen kende Schuring en Blink. Zij verscholen zich nog niet in een auto, maar reden gewoon op hun Gazelle door het dorp. Zij waren niet zomaar agenten. Nee, het waren politie Schuring en politie Blink. Ik wil daarmee zeggen dat ze niet anoniem waren. Als je als kind iets had uitgevreten, was je als de dood dat politie Blink je pa tegenkwam en met hem het gesprek over je gedrag aanging. En dat in een tijd dat de enige overtreding die je kon begaan, voetballen op straat was!

Terug uit Oostenrijk lagen de raadsstukken op me te wachten. In de bestuursrapportage las ik dat er tijdelijk een extra beheerder voor de sporthal was aangesteld. Reden? Er was een tijdje ‘gedoe’ (mijn woorden) geweest. Waarschijnlijk druk ik me met dat ‘gedoe’ te voorzichtig uit, maar daar gaat het niet om. Mijn vrouw en ik werden in ons gelijk bevestigd. Er is geen of te weinig toezicht en er ontstaat overlast. Cynisch heb ik in de raad opgemerkt dat een ‘burgerinitiatief’ heeft geleid tot nieuwe werkgelegenheid en dat de PvdA blij is met het feit dat het college werk heeft gecreëerd. In zijn beantwoording zei de wethouder financiën dat die maatregel veel geld kost.

Ja, als we iedereen aan het werk willen hebben, dan kost dat geld. We roepen wel dat werk goed is voor ontwikkelingskansen voor mensen, dat werk het gevoel geeft erbij te horen en dat werk ritme geeft in het leven, maar wat hebben we daarvoor over? Ik zie heel veel kansen om maatschappelijke banen te scheppen. En dan heb ik het niet over onzin-banen. Kijk alleen al naar mijn bovenstaande voorbeelden. Maar ik denk vooral ook aan conciërges op scholen. Het is toch van de gekke dat leraren zelf staan te kopiëren. Zij moeten lesgeven en aandacht aan hun kinderen besteden en niet kopiëren, koffiezetten en vuilniszakken dichtknopen en naar de straat brengen.

Je zou kunnen zeggen dat ik graag de Melkert-banen terug wil. Ja, dat wil ik. Maar ondertussen ben ik niet erg hoopvol. Want, laat ik eerlijk zijn, de gemeenten kunnen dit niet. Zeker niet omdat het Rijk allerlei taken aan de gemeenten heeft overgedragen met veel minder middelen, waardoor de tekorten bij de gemeenten zich opstapelen. Denk aan de afbouw van onze SW-bedrijven, denk aan de enorme tekorten op de jeugdzorg en je realiseert je dat de mogelijkheden om mensen aan het werk te helpen op Het Hogeland zeer beperkt zullen zijn.

‘Den Haag’ moet over de brug komen als ze serieus willen dat niemand langs de kant staat. Maar zoals gezegd, ik ben niet hoopvol. Vooral niet als de grootste partij van ons land gemakzuchtig roept dat er op de bijstand gekort moet worden. Alsof dat mensen aan het werk helpt.

In de titel van mijn column schrijf ik dat ik de stationschef terug wil. De vraag is of dat nog moet, wellicht koester ik het verleden dan te veel. Maar de stationschef staat voor mij symbool voor alle maatschappelijke en zinvolle banen. En omdat Baflo het enige dorp is dat nog een station heeft blijft mijn pleidooi richting het Rijk: De stationschef terug, te beginnen in Baflo!

 

Jan Willem Nanninga

Jan Willem Nanninga

Ik ben Jan Willem Nanninga, geboren in Sint Jacobiparochie, opgegroeid in Baflo en ik woon nu al weer lange tijd in Winsum. Ik voel me een jongen van de streek. Nadat ik in Baflo de lagere school heb doorlopen, ben ik naar de HBS in Warffum gegaan. Na mijn opleiding ben ik, als gymleraar, teruggekeerd

Meer over Jan Willem Nanninga