Onlangs was het weer open monumentendag. Usquert en Sauwerd/Wetsinge hadden die dag aangegrepen door kunst en cultuur nadrukkelijk aan elkaar te verbinden. Usquert had ‘Usquert Monumentaal’ en Sauwerd/Wetsinge de ‘Kunstvloed’. In beide gevallen stonden de deuren van monumentale panden open voor het publiek en tegelijkertijd werd er werk van diverse beeldende kunstenaars tentoongesteld. ’s Ochtend hebben mijn vrouw en ik ‘Usquert Monumentaal’ bezocht en ’s middags zijn we op de fiets richting de ‘Kunstvloed’ gereden. We hebben een prachtige dag gehad. Ik was onder de indruk van de vele historische woonhuizen die de gemeente Het Hogeland rijk is en de kunst die ons soms wel en soms niet wist te raken. Dat laatste is geen waardeoordeel over de kwaliteit van het gebodene, maar is puur een kwestie van smaak. Overigens maak ik graag van de gelegenheid gebruik om de bewoners die hun huis open stelden hartelijk te danken. Wie biedt je nu zomaar de gelegenheid om zonder enige schroom naar binnen te loeren?
In datzelfde weekeinde was er in het kader van open monumentendag nog veel meer te zien op Het Hogeland en daarbuiten. Ik had graag veel meer willen bezichtigen, maar was daartoe helaas niet in de gelegenheid. Mij bekroop het gevoel dat enige afstemming tussen de vele activiteiten en evenementen wellicht aan te bevelen zou zijn. Op het moment dat ik dat zo overdenk, realiseer ik me dat we voor de zomer het ‘Manifest voor een leven lang kunst en cultuur’ van de samenwerkende organisaties op dit terrein hebben ontvangen. Terugbladerend in dat manifest lees ik dat de sector het met mij eens is dat er afstemming moet komen. Op bladzijde 3 van het manifest schrijft men dat er dringend behoefte is aan een cultureel platform dat op professionele wijze verbindingen kan leggen. Enerzijds tussen de sector kunst en cultuur en de gemeentepolitiek en anderzijds tussen organisaties en verenigingen op het gebied van kunst en cultuur onderling.
Op het moment dat ik denk aan het manifest, maak ik ook nog een andere gedachtesprong, namelijk naar ‘Het grootste museum van Nederland’. Nog niet zo lang geleden las ik hierover een artikel in de Volkskrant. Terwijl we bij het woord museum vaak denken aan één gebouw, zijn in ‘Het grootste museum van Nederland’ een zestiental kerken aanééngesmeed tot één museum. Wie meer wil weten moet de site www.grootstemuseum.nl maar eens raadplegen. Van die zestien kerken staan er vier (een kwart van het totaal!) in de provincie Groningen. Eén daarvan staat in onze gemeente, namelijk de Petruskerk in Pieterburen en één behoort nog niet tot Het Hogeland, de Sint-Hippolytuskerk van Middelstum. Overigens zou ik het niet verkeerd vinden dat laatstgenoemde kerk in de toekomst nog eens deel gaat uitmaken van Het Hogeland. Middelstumers horen immers bij Het Hogeland en niet bij Delfzijl. Ik vermoed dan ook dat de kerk vroeg of laat in Het Hogeland komt te liggen, nadat de Middelstumers zich in een volksraadpleging hebben uitgesproken voor aansluiting van hun dorp bij onze prachtige gemeente. Maar dat terzijde.
Me realiserend dat een museum niet één gebouw met een bepaalde collectie hoeft te zijn, maar ook een keten van kunst en cultuur kan zijn. En ook denkend aan het feit dat op Het Hogeland kunst en cultuur zich om de hoek van de straat bevinden, dan moet het toch mogelijk zijn om op Het Hogeland het grootste museum van Nederland te ‘bouwen’. Essentieel daarvoor is dat we het met elkaar moeten willen en de handen inéénslaan. Zowel de gemeente, als de politiek, als de organisaties en verenigingen op het gebied van kunst en cultuur moeten hun steentje daaraan bijdragen.
De toekomstvisie van onze nieuwe gemeente heeft de titel ‘Ruimte’ gekregen. Ruimte in de betekenis dat ons landschap wordt gekenmerkt door veel landelijk gebied en betrekkelijk kleinschalige dorpen. Maar ruimte betekent ook dat we ruimte willen geven aan vernieuwing, ambitie en lef. Dat past uitstekend in mijn beeld van het ‘Grootste museum van Nederland’, namelijk als een keten van veel kleine schakels kunst en cultuur en bovendien getuigt het van ambitie en lef. Het pas geopende kleinste museum van Noord-Nederland in Noordwolde is dan tegelijkertijd onderdeel van ‘Het allergrootste museum van Nederland’.