Binnenkort staat de ‘Visie Sport en Bewegen in Het Hogeland’ op de agenda van de gemeenteraad. Bij lezing van de titel valt me op dat zowel sport als bewegen met een hoofdletter zijn geschreven. Voor het gemak houd ik het er maar op dat de opstellers van de visie daarmee willen aangeven dat sport en bewegen belangrijk zijn.
Dat laatste blijkt bij lezing van de visie inderdaad het geval te zijn. In zijn voorwoord schrijft wethouder Theo de Vries: ‘Sport en bewegen zijn voor een gezond lichaam een onmisbaar element’. Verderop vervolgt hij: ‘Voor de gemeente Het Hogeland is het van belang dat we deze sportende en bewegende inwoners zo goed mogelijk faciliteren’. Einde citaat.
Zoals vrijwel altijd wordt aan sport een grote mate van gezondheidswaarde toegeschreven. Ik kan daar een heel eind in meegaan, maar juist de laatste tijd worden we veelvuldig met de keerzijde van die gezondheidsmedaille geconfronteerd. Het afgelopen jaar hebben veel toppers, zoals Tom Dumolulin, Sarah Biles, Naomi Osaka en Anouk Vetter, vanwege overbelasting een adempauze moeten inlassen. Ja, zullen velen zeggen, dit zijn voorbeelden uit de sport met een hoofdletter S, de topsport.
Laat ik een voorbeeld uit de sport met een kleine s nemen. Alweer vele jaren geleden had ik mezelf ten doel had gesteld ooit een marathon onder de drie uur te lopen. Ik trainde daarom veel. Nadat ik was blijven steken op 3 uur en 9 minuten, begon ik mezelf af te vragen of al die inspanningen wel de moeite waard waren. Op de school waar ik werkte had ik een leidinggevende die vele uren voor zijn lol in de tuin ‘werkte’. Zou hij daarmee niet veel meer of evenveel gezondheidswinst behalen dan ik met mijn weken van 70 kilometer? Vele jaren later heb ik een heupprothese en loopt mijn oude leidinggevende tegen de negentig. Daarmee lijkt het antwoord gegeven.
Dat is een te simpele conclusie. Wel kun je zeggen dat bewegen integreren in het dagelijks leven al van grote betekenis kan zijn. Dan is tuinieren een prima bezigheid evenals op de fiets of te voet boodschappen doen. Dat laatste wordt me in Winsum wel heel moeilijk gemaakt. Dat is de keerzijde van de ‘mooiste dorp-medaille’. Door de toestroom van fietsende toeristen zijn de toch al schaarse stallingsmogelijkheden snel tot nul gereduceerd. Wat bewegende inwoners ‘faciliteren’? Het uitstallen van koopwaar op de stoep en de vele terrassen die overal zijn ontstaan maken het er niet beter op. Begrijp me niet verkeerd, ik heb er alle begrip voor omdat het de leefbaarheid zeer versterkt. Maar het mag de toegankelijkheid niet in de weg staan en dat is wel aan de orde.
Ik roep sportwethouder Theo de Vries daarom op in gesprek te gaan met zijn collega Eltjo Dijkhuis van verkeer. De laatste heb ik ooit in Uithuizen betrapt op een oud herenrijwiel, maar ik vraag me ernstig af of hij op datzelfde rijwiel Winsum wel eens heeft aangedaan. In dat geval zou hij weten dat je uren moet omfietsen om eindelijk je fiets te kunnen stallen en zou hij ongetwijfeld tot de conclusie komen dat je op die manier geen bewegende inwoners ‘faciliteert’.
Wethouders, pak deze problematiek met de ondernemers op en overweeg tevens de Hoofdstraat autovrij te maken. Geef mij niet als antwoord dat ik moet wachten tot de ‘mobiliteitsvisie inclusief fiets-strategie’ klaar is. En zeg me vooral niet dat ik daarna nog moet wachten op uitvoeringsnota van die ‘Mobiliteitsvisie inclusief Fiets-strategie’. Met hoofdletters M en F.