Een klein land met een grootse uithoek

Door Jan Willem Nanninga op 14 januari 2022

De eerste column van 2022 lijkt me een goed moment om even terug te kijken naar gebeurtenissen van de afgelopen weken. Ik kan dan niet heen om de vreselijke en tenenkrommende vertoning van maandag 10 januari. Als ik die datum noem, dan weet iedereen wat ik bedoel. Terwijl Rutte en zijn ‘vrienden voor het leven’ feestelijk werden beëdigd, was er voor de Groningers geen enkele reden om ‘het feestje van Rutte’ te volgen. Wij stonden uren blauwbekkend in de vrieskou of zaten uren achtereen in trainingspak in een file voor de site van SNN. Het contrast met de plechtig geklede, nieuwe ministersploeg op het bordes en de Groningers die opnieuw letterlijk en figuurlijk in de kou stonden kon niet groter.

Het riep bij mij het beeld op van ‘Een klein land met verre uithoeken’. Dat beeld heb ik niet zelf bedacht, maar is de titel van een boek van geograaf en journalist Floor Milikowski. Zij schetst de kloof tussen centrum (Randstad) en periferie (verre uithoeken). Ze gaat echter een stap verder en stelt dat die kloof gepaard gaat met een kloof tussen kansrijk en kansarm (lees mijn column ‘Verborgen talent op Het Hogeland’) en een kloof tussen macht en onmacht. Alledrie waren zicht-, hoor- en voelbaar op die bewuste maandagmorgen. ‘Ze hebb’n ons gain scheet ien reken’, dat hoorde je en proefde je.

In de samenvatting van het boek staan de volgende zinnen: ‘Banen, kapitaal en hoogopgeleiden concentreren zich in een aantal grote steden. Op andere plekken krimpt de bevolking en moeten ziekenhuizen en scholen hun deuren sluiten. Het succes van de ene plek gaat ten koste van de welvaart elders’. Kan het treffender en actueler? Nee, juist nu speelt ook de sluiting van de afdeling kinderhartchirurgie van het UMCG. De ‘machtigen’ hebben in al hun wijsheid besloten dat dit specialisme in het centrum van het land moet worden geconcentreerd en niet in de periferie thuishoort. De ‘onmachtigen’ staan wederom met lege handen. Met als gevolg dat het ene kind meer kans heeft op goede zorg dan een ander kind? Nadrukkelijk zet ik achter deze zin een vraagteken. Ik kan en durf daar geen antwoord op te geven. Eén ding is wel zeker de reistijd is vanuit ‘het hoge noorden’ in ieder geval wel veel langer dan voor een inwoner uit de Randstad.

Ondanks dat ik niet graag in de tegenstelling tussen zij in het Westen en wij in het Noorden denk, vormen de ervaringen van deze week en het zich voortslepende gasdebacle toch wel aanleiding zo te gaan denken. En hoewel wij nu wel heel erg de klos zijn, vormen wij niet de enige verre uithoek van dit kleine land. Laat dat een schrale troost zijn.

Ik wil echter niet in het zuur blijven hangen. Laten we ook eens kijken waar deze verre uithoek groots in is. In de kerstvakantie kwam de Ommelander Courant met een paginagroot artikel over Abienezer Araya. Een jongen die in 2018 van Eritrea naar Wehe-den Hoorn is verhuisd. Ik kan me alleszins voorstellen dat Nederland voor hem op dat ogenblik een heel ver land en Wehe-den Hoorn een nog verdere uithoek was. Maar niets is minder waar. Al in augustus van datzelfde jaar 2018 debuteerde hij in het eerste elftal van FC LEO. In het hele artikel proef je de warmte waarmee hij vanaf het begin door de club is opgevangen. Hij noemt in dit verband heel specifiek voorzitter Arjen Fledderman en teamleider Tjipko Werkman en zegt: ‘Toen ik de eerste keer bij FC LEO kwam, hebben zij mij heel goed opgevangen en mij thuis laten voelen bij een warme club. Daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor’. Hij voelt zich er gewaardeerd net als op zijn werk bij Albert Heijn in Winsum. De laatste zin van het artikel luidt als volgt: ‘Doordat ook mijn vader, moeder en mijn broertjes, die beide voor vv Winsum voetballen zich in Nederland ook gelukkig en veilig voelen, geeft mij dat een blij en fijn gevoel’.

Als je dit leest is dat een heel groot compliment aan de Hogelandster samenleving en in het bijzonder aan de mensen van FC LEO. Arjan Fledderman en Tjipko Werkman tonen aan dat je zoveel ‘macht’ hebt dat je een jongere een kansrijke toekomst kunt bieden. We leven en wonen in een klein land met een grootse uithoek.

 

 

Jan Willem Nanninga

Jan Willem Nanninga

Ik ben Jan Willem Nanninga, geboren in Sint Jacobiparochie, opgegroeid in Baflo en ik woon nu al weer lange tijd in Winsum. Ik voel me een jongen van de streek. Nadat ik in Baflo de lagere school heb doorlopen, ben ik naar de HBS in Warffum gegaan. Na mijn opleiding ben ik, als gymleraar, teruggekeerd

Meer over Jan Willem Nanninga