Naar een nieuw normaal

Door Jan Willem Nanninga op 26 april 2021

Onlangs stond ik in de buurt van een sportpark en ving een gesprek tussen een aantal jongens van ongeveer 13 jaar op. Ik kon mijn oren bijna niet geloven, maar één van hen sprak echt de volgende woorden: ‘Over twee weken heb ik geluk, dan mag ik de hele week naar school’. Ik kan me niet voorstellen dat ik en mijn klasgenoten dat ooit uitgesproken hebben. In mijn tijd was je blij als de verwarming was uitgevallen of de leraar ziek was en een lesdag of een les niet doorging. Maar goed, in deze coronatijd is alles anders en begrijp ik deze jongeren heel goed. Wat ik me wel afvraag is of die hunkering naar school in de tijd na corona nog zo sterk is. Is die hunkering naar school het nieuwe normaal of vallen deze scholieren dan terug in het oude normaal?

Deze vraag wordt veelvuldig en voor allerlei gedragingen en gewoonten gesteld. Of het nu gaat om video vergaderen, vliegvakanties, gebruik van de auto of van het openbaar vervoer, steeds die vraag ‘Is dit het nieuwe normaal?’ Soms hoop ik wel dat er een nieuw normaal optreedt, maar ik hou mijn hart vast. Overigens zou een nieuw normaal in veel gevallen niet afgedwongen moeten worden door een crisis als corona, maar door het inzicht dat onze wereld wel iets socialer en duurzamer ingericht zou kunnen worden. Laat ik een voorbeeld nemen.

In de beginjaren van mijn raadslidmaatschap nu elf jaar geleden, begon de grote verandering van de sociale werkplaats, in ons geval Ability. Ability veranderde in die tijd van een sociale werkplaats, naar een soort re-integratie bedrijf. Omdat verondersteld werd dat medewerkers van de werkplaats daar niet moesten blijven hangen, maar in gewone bedrijven hun draai moesten kunnen vinden. De gemeenteraad toetste het succes van Ability aan de hand van het aantal mensen dat doorstroomde naar een gewone baan. Er was ongeduld bij de raad, want de uitstroom was maar zeer beperkt en werd vaak ook weer tenietgedaan door een verhoogde instroom. De boodschap van de raad was eigenlijk dat Ability het niet goed deed, de uitstroom is te laag en dat stelde de gemeente voor onnodige kosten. Maar is het eigenlijk wel terecht, om te denken dat er netto meer mensen uit- dan instromen uit een uitkeringssituatie?

De effecten van allerlei activeringsmaatregelen, waaronder (om)scholing en loopbaanoriëntatie, maar ook straffen in de vorm van het leveren van een tegenprestatie en korten op de uitkering, blijken al jaren heel klein. Ik baseer me dan niet op mijn eigen dikke duim, maar op hoogleraar Paul de Beer in een artikel in het blad ‘Socialisme & Democratie’. In zijn artikel haalt hij zijn gegevens uit het rapport ‘Kansrijk arbeidsmarktbeleid’ van het Centraal Planbureau (CPB) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Enige schommelingen in de conjunctuur daargelaten, is er amper groei in de arbeidsdeelname en als die groei er al is, dan wordt dat vooral veroorzaakt door hoger opgeleiden. Als we er niet in slagen extra banen te scheppen voor mensen die minder productief zijn, dan zullen we het als (nieuw?) normaal moeten accepteren dat het aantal mensen dat afhankelijk is van een uitkering redelijk constant is. Stoppen dan maar met al die activeringsmaatregelen? Wat mij betreft wel met straffen. Waarom zou je ermee doorgaan als het toch niets oplevert?

Ongetwijfeld zullen er mensen zijn die in mijn richting zeggen ‘En maatregelen als scholing dan, dat levert toch ook niets op?’ Dat klopt, op collectief niveau levert het de Nederlandse samenleving niets op. Scholing versterkt de positie op de sollicitatiemarkt van de één ten opzichte van de ander. Je kunt het ook anders zeggen, degene die (om)geschoold wordt, verdringt de ander die nog niet geschoold is. Op het niveau van het individu vergroot scholing de kans op een baan, maar die kans gaat ten koste van een ander. Netto blijven er dus evenveel mensen aan de kant staan. Moet je dan je inspanningen om mensen met een uitkering te scholen of om te scholen maar stoppen en er geen geld meer aan uitgeven? Zeker niet, wat mij betreft. Ik vind het een plicht van de samenleving om mensen van welke leeftijd dan ook perspectief te bieden en de mogelijkheid om zich te ontwikkelen. De samenleving als geheel heeft daar ook weer belang bij. Immers het is van belang dat kennis en vaardigheden bij de tijd gehouden worden. Waar scholing ontbreekt, stagneert vooruitgang.

Daarom ben ik er ook zo trots op dat de PvdA aan de basis heeft gestaan van de totstandkoming van ‘Vakland Het Hogeland’. Wij brachten in 2018 gemeente, Ability, onderwijsinstellingen en werkgevers bijeen en vroegen hen of ze zich achter onze droom van een ‘leven lang leren’ wilden scharen. Die handschoen is door de genoemde partijen opgepakt en nu staat ‘Vakland Het Hogeland’* in de steigers. Ik begrijp dat niet iedereen weet wat dat is. Daarom heb ik onder mijn column een tekst van de site van ‘Vakland Het Hogeland’ afgedrukt.

Ik begon mijn column met een groepje pubers van ongeveer 13 jaar en hun hunkering om weer naar school te gaan. Ik vroeg mij af of die hunkering naar onderwijs mogelijkerwijs een ‘nieuw normaal’ zou kunnen worden. Ik hoop dat ‘Vakland Het Hogeland’ de hunkering naar onderwijs en ontwikkeling voor alle Hogelandsters kan inluiden, dat het een nieuw normaal inluidt waarin iedere Hogelandster de mogelijkheid krijgt om zichzelf te ontwikkelen en daarmee de ontwikkelcapaciteit van onze gemeente versterkt. Voorwaarts, op naar een nieuw onderwijsnormaal.

__________________________________________________________________________________

*‘In Vakland Het Hogeland hebben onderwijsinstellingen (ook Het Hogeland College), ondernemers en overheid van de Noord-Groningse gemeente Het Hogeland de handen ineengeslagen om de ontwikkelkracht van de regio duurzaam te bevorderen. Op drie locaties worden begin 2021 Praktijk Leer Ontwikkel Centra (PLOCs) ingericht; algemeen toegankelijke voorzieningen op het gebied van praktijkleren voor ‘lerenden’ van alle leeftijden en achtergronden. Hier komen dus de verschillende soorten doelgroepen bij elkaar: scholieren (po, vo mbo), werkzoekenden en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Evenals: mensen die kennis en vaardigheden willen toevoegen aan hun gereedschapskist, innovaties willen integreren in hun kennis en kunnen, of hun inzetbaarheid willen uitbreiden. Vakland Het Hogeland wil het huidige patroon van gescheiden onderwijsvoorzieningen doorbreken en gaat gericht op zoek naar nieuwe verbindingen’.

 

Afbeelding van Rudolf Hein via Pixabay

 

Jan Willem Nanninga

Jan Willem Nanninga

Ik ben Jan Willem Nanninga, geboren in Sint Jacobiparochie, opgegroeid in Baflo en ik woon nu al weer lange tijd in Winsum. Ik voel me een jongen van de streek. Nadat ik in Baflo de lagere school heb doorlopen, ben ik naar de HBS in Warffum gegaan. Na mijn opleiding ben ik, als gymleraar, teruggekeerd

Meer over Jan Willem Nanninga