Een heel jaar heb ik niet van me laten horen. In maart 2020 had ik mijn nieuwste column klaarliggen, toen corona het nieuws ging beheersen. Ik vond enige vorm van terughoudendheid meer gepast dan de zoveelste opinie over corona, intelligente lockdown, virusontkenners, Rutte, De Jonge, Slob en Van Dissel. Na die door mijzelf opgelegde rust, kon ik het niet opbrengen weer te beginnen. Je zou me kunnen vergelijken met onze wielerheld Tom Dumoulin. Zoals iedereen weet, heeft hij er, na (te) lang aarzelen, voor gekozen om tijdelijk ‘uit koers’ te gaan. Hij is de enorme prestatiedruk en publiciteit even(?) spuugzat en daar kan ik me alles bij voorstellen.
In de week van Dumoulin lees ik voor een nog komende raadsvergadering ‘Koersdocument Sociaal Domein’. Het stuk gaat over de WMO, participatie en de jeugdzorg. Het college geeft hierin een zeer globale schets van de richting die we met het Sociale Domein moeten gaan. Zoals in elk belangrijk document heeft het tweede hoofdstuk de titel ‘Trends en ontwikkelingen’.
Eén van de ontwikkelingen waarop ik geattendeerd word, is dat één op de tien jongeren in Nederland een vorm van jeugdhulp krijgt. In jargon heet dat een ‘steeds verdergaande professionalisering van de opvoeding’, zo lees ik. Ik citeer uit het stuk: ‘Deze steeds verdergaande professionalisering van de opvoeding willen we ombuigen, omdat we dit geen wenselijke ontwikkeling vinden. Daarnaast staat de betaalbaarheid onder druk’. Deze twee zinnen maken me achterdochtig, het begrip ‘professionalisering van de opvoeding’ alleen al doet me gruwen Waarom is professionalisering van de opvoeding onwenselijk? Welke pedagoog zou me dat kunnen uitleggen. Maar als ik er nu over nadenk, dan moet ik mijn jongste dochter toch eens ter verantwoording roepen. Zij brengt mijn jongste kleindochter van één jaar en een paar maanden oud drie dagen in de week naar de kinderopvang. Dat kan dus niet, aldus de schrijvers van dit stuk. Dat is professionalisering van de opvoeding en dat moet een halt toegeroepen worden. Mijn dochter zal ongetwijfeld antwoorden: ‘Prima, jongetje (want dat zegt ze in zo’n geval) dan kom jij toch lekker vier dagen naar Den Haag’. En ik hoor haar er bijna achter aan zeggen: ‘Dan weet ik tenminste zeker dat ze op latere leeftijd professionalisering van de opvoeding nodig heeft’.
Dan de tweede zin van het citaat uit het stuk, namelijk ‘Daarnaast staat de betaalbaarheid onder druk’. Ja, ik weet het dat de jeugdzorg de gemeente een vermogen kost. En ja, ik weet het dat onze regering de gemeenten laat stikken als het om de jeugdzorg gaat. En ja, ik realiseer me dat je als gemeente met de rug tegen de muur staat. Maar de discussie gaat steeds over centen en niet over wat onze kinderen en jeugdigen nodig hebben. Bovendien doen we niets aan achterliggende oorzaken. We leven in een samenleving die zichzelf helemaal gek maakt en niet alleen van volwassenen, maar ook van kinderen, het uiterste vraagt. Het is presteren, presteren, presteren. Het onderwijs doet daar driftig aan mee. Toetsen en nog eens toetsen. Met als toppunt de eindtoets op 11-jarige leeftijd die bepaalt in welk vervolgonderwijs je terechtkomt. Al jaren wordt er gesproken over uitstel van schoolkeuze. In veel omringende landen heel normaal, maar hier rust daar een taboe op. Wat zou dat een rust geven en wat zou dat een zegen zijn voor kinderen die iets meer tijd nodig hebben. Het zou de kansen voor veel kinderen enorm vergroten. Soms lees en hoor je hoopvolle berichten over een heel andere en eerlijkere samenleving na corona. Ik moet het nog zien. Ik ben bang dat we na corona de prestatieve draad gewoon weer oppakken.
Nu het woord corona toch gevallen is, daar staat ook iets over te lezen in het koersdocument, welgeteld acht zinnen. Daarin wordt wel melding gemaakt van rampspoed die volwassenen kan treffen en wordt in de laatste zin wel de verwachting uitgesproken dat er waarschijnlijk wel een groter beroep zal worden gedaan op andere vormen van zorg en ondersteuning. Maar geen woord over jeugdigen en jongeren. Terwijl er toch wel alle aanleiding toe is. Zij leveren immers het meest in van ons allemaal. Landelijk komt er heel langzaam een discussie op gang over het gemiste onderwijs. Helaas gaat die discussie vooral over de vraag hoe de ontstane achterstand zo snel mogelijk ingehaald kan en moet worden. Ja, toe maar, inhalen van achterstand! Leg nog maar meer prestatiedruk op onze jongeren en jeugdigen. En daar maak ik me nu zo boos over. Juist op het moment dat de druk op jongeren nog meer toeneemt, praten wij over het beheersbaar houden van de kosten van de hulp en zorg voor onze jeugdigen en jongeren!
Terug naar Tom Dumoulin. Hij heeft ervoor gekozen om tijdelijk ‘uit koers’ te gaan. Hij kan dat doen, omdat hij inmiddels een aardig startkapitaal heeft opgebouwd. Dat geldt niet voor al onze jeugdigen en jongeren. Zij kunnen niet de keuze maken om ‘uit koers’ te gaan.